9 en wat gijlieden stellig zult zien, dat zijn de bressen van de Stad van Da̱vid, want die zullen werkelijk vele zijn.+ En GIJ zult de wateren van de benedenvijver+ vergaren.
11 En er zal een vergaarbekken zijn dat GIJ moet maken tussen de twee muren voor de wateren van de oude vijver.+ En GIJ zult stellig niet kijken naar de grote maker ervan, en degene die het lang geleden formeerde, zult GIJ stellig niet zien.