22Na deze dingen nu geschiedde het dat de [ware] God A̱braham op de proef stelde.+ Bijgevolg zei hij tot hem: „A̱braham!”, waarop hij zei: „Hier ben ik!”+
16 die u in de wildernis met manna voedde,+ dat uw vaderen niet hadden gekend, om u te vernederen+ en om u op de proef te stellen ten einde u in uw latere dagen goed te doen,+