7 Verder plaatste hij het gesneden beeld+ dat hij gemaakt had, in het huis van de [ware] God,+ ten aanzien waarvan God tot Da̱vid en tot zijn zoon Sa̱lomo gezegd had: „In dit huis en te Jeru̱zalem, dat ik uit alle stammen van I̱sraël heb uitgekozen,+ zal ik tot onbepaalde tijd mijn naam vestigen.+