8 En hun land is gevuld met goden die niets waard zijn.+ Voor het werk van hun handen buigen zij zich neer, voor datgene wat hun vingers hebben gemaakt.+
11 Heeft een natie goden+ verruild, zelfs voor die welke geen goden* zijn?+ Maar mijn eigen volk heeft mijn* heerlijkheid verruild voor wat geen baat kan verschaffen.+
14 Ieder mens* heeft zich zo redeloos gedragen dat hij niets weet.+ Iedere metaalbewerker zal zich stellig schamen over het gesneden beeld,+ want zijn gegoten beeld is een leugen,+ en er is geen geest* in ze.+