16 Alleen dient hij voor zich geen paarden te vermeerderen,+ noch het volk naar Egy̱pte te doen terugkeren om paarden te vermeerderen,+ aangezien Jehovah tot U heeft gezegd: ’GIJ moogt nooit meer langs deze weg terugkeren.’
16 En er was de export van de paarden die Sa̱lomo uit Egy̱pte had,+ en het gezelschap van de kooplieden van de koning haalde in de regel zelf de koppels paarden tegen een prijs.+