18 En al het gerei,+ groot+ en klein, van het huis van de [ware] God en de schatten+ van het huis van Jehovah en de schatten van de koning+ en van zijn vorsten, alles bracht hij naar Ba̱bylon.
19 En de bekkens+ en de vuurpotten en de schalen+ en de bakken en de lampenstandaarden+ en de bekers en de schalen die van zuiver goud waren,+ en die welke van zuiver zilver waren,+ nam de overste van de lijfwacht mee.+