3 Jehovah, uw God, ook uw gevangenen* moet terugvoeren+ en u barmhartigheid moet betonen+ en u weer moet bijeenbrengen uit alle volken waarheen Jehovah, uw God, u heeft verstrooid.+
37 ’Ziet, ik breng hen bijeen uit al de landen waarheen ik hen in mijn toorn en in mijn woede en in grote verontwaardiging verdreven zal hebben,+ en ik wil hen terugbrengen naar deze plaats en hen in zekerheid doen wonen.+
13 En ik wil hen uitleiden+ uit de volken en hen bijeenbrengen uit de landen en hen op hun grond brengen+ en hen weiden op de bergen van I̱sraël, bij de stroombeddingen en bij alle woonplaatsen van het land.+