24 Een altaar van aarde+ dient gij voor mij te maken, en gij moet daarop uw brandoffers en uw gemeenschapsoffers,* uw kleinvee en uw rundvee offeren.+ Op elke plaats waar ik mijn naam zal doen gedenken, zal ik tot u komen en u stellig zegenen.+
5 maar de plaats die Jehovah, UW God, uit al UW stammen zal uitkiezen om daar zijn naam te vestigen, om die [daar] te doen verblijven,* die zult GIJ zoeken, en daarheen moet gij gaan.+
16 En nu heb ik dit huis uitgekozen+ en geheiligd, opdat mijn naam+ daar tot onbepaalde tijd moge blijken te zijn,+ en mijn ogen en mijn hart zullen daar stellig altijd blijken te zijn.+