35 Degenen die uit de gevangenschap kwamen, de vroegere ballingen,+ boden zelf brandoffers+ aan de God van I̱sraël aan: twaalf stieren+ voor heel I̱sraël, zesennegentig rammen,+ zevenenzeventig mannetjeslammeren, twaalf geitenbokken+ als zondeoffer, alles als brandoffer voor Jehovah.