3 En hij bleef daaruit voorlezen+ vóór het openbare plein dat vóór de Waterpoort is, van het aanbreken van de dag+ tot de middag, in tegenwoordigheid van de mannen en de vrouwen en de anderen die begrip hadden; en het gehele volk leende het oor+ aan het boek van de wet.
15 Na de voorlezing van de Wet+ en van de Profeten lieten de presiderende dienaren+ van de synagoge hun zeggen: „Mannen, broeders, indien GIJ enig woord van aanmoediging voor het volk hebt, zo zegt het.”