3En vervolgens toonde hij mij Jo̱zua,*+ de hogepriester, die voor de engel* van Jehovah stond, en Sa̱tan*+ stond aan zijn rechterhand om hem te weerstaan.+
2 Terwijl het avondmaal daarom aan de gang was* en toen de Duivel Ju̱das Iska̱riot, de zoon van Si̱mon, reeds in het hart had gegeven+ hem te verraden,+
9 Neergeslingerd werd daarom de grote draak,+ de oorspronkelijke slang,+ die Duivel+ en Sa̱tan+ wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde* misleidt;+ neergeslingerd werd hij naar de aarde,+ en zijn engelen werden met hem neergeslingerd.