Ruth 1:20 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 20 En zij zei dan tot de vrouwen: „Noemt mij niet Nao̱mi.* Noemt mij Ma̱ra,* want de Almachtige*+ heeft het mij zeer bitter gemaakt.+
20 En zij zei dan tot de vrouwen: „Noemt mij niet Nao̱mi.* Noemt mij Ma̱ra,* want de Almachtige*+ heeft het mij zeer bitter gemaakt.+