12 Wat Jehovah betreft, hij zegende+ het einde van Job daarna meer dan zijn begin,+ zodat hij in het bezit kwam van veertienduizend schapen* en zesduizend kamelen en duizend span runderen en duizend ezelinnen.
10 Hij die de oprechten doet afdwalen+ naar de slechte weg, zal zelf in zijn eigen kuil vallen,+ maar de onberispelijken, die zullen in het bezit van het goede komen.+