Psalm 50:19 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 19 Uw mond hebt gij laten gaan in slechtheid,+En uw tong laat gij aan bedrog verbonden blijven.+ Psalm 57:4 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 4 Mijn ziel is te midden van leeuwen;+Ik kan niet anders dan neerliggen onder verslinders, [ja,] de mensenzonen,*Wier tanden speren en pijlen zijn,+En wier tong een scherp zwaard is.+ Psalm 59:7 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 7 Zie! Zij doen [woorden] opborrelen met hun mond;+Zwaarden zijn op hun lippen,+Want wie luistert er?+ Psalm 64:3 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 3 Die hun tong hebben gescherpt net als een zwaard,+Die hun pijl, bittere taal, hebben aangelegd+
4 Mijn ziel is te midden van leeuwen;+Ik kan niet anders dan neerliggen onder verslinders, [ja,] de mensenzonen,*Wier tanden speren en pijlen zijn,+En wier tong een scherp zwaard is.+
7 Zie! Zij doen [woorden] opborrelen met hun mond;+Zwaarden zijn op hun lippen,+Want wie luistert er?+