29 Verder zei God: „Ziet, ik heb U alle zaaddragende plantengroei die op de oppervlakte van de gehele aarde is, en elke boom waar zaaddragende boomvrucht aan zit, gegeven.+ U diene het tot voedsel.+
3 Al het zich bewegende gedierte dat leeft, mag U tot voedsel dienen.+ Zoals in het geval van de groene plantengroei, geef ik dit alles werkelijk aan U.+
25 Daarom zeg ik U: Weest niet langer bezorgd+ voor UW ziel,* met betrekking tot wat GIJ zult eten of wat GIJ zult drinken, of voor UW lichaam, met betrekking tot wat GIJ zult aantrekken.+ Betekent de ziel niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?+
30 Indien God nu de plantengroei van het veld, die er vandaag is en morgen in de oven wordt geworpen, aldus bekleedt, zal hij U dan niet veeleer bekleden, kleingelovigen?+
28 Indien God nu de plantengroei op het veld, die er vandaag is en morgen in een oven wordt geworpen, aldus bekleedt, hoeveel te meer zal hij dan U bekleden, kleingelovigen!+
16 Want God heeft de wereld* zozeer liefgehad+ dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,+ opdat een ieder die geloof+ oefent in hem, niet vernietigd zou worden,+ maar eeuwig leven zou hebben.+
17 ofschoon hij toch niet heeft nagelaten getuigenis van zichzelf te geven door goed te doen,+ door U regens+ vanuit de hemel en vruchtbare tijden te geven, door UW hart overvloedig met voedsel en vrolijkheid te vervullen.”+