31 En aan Da̱vid werd het volgende bericht: „Achito̱fel zelf is onder hen die met A̱bsalom+ samenzweren.”+ Hierop zei Da̱vid:+ „Verander de raad van Achito̱fel alstublieft in dwaasheid,+ o Jehovah!”+
4 Dat geschiede nooit! Maar God worde waarachtig bevonden,+ ook al wordt ieder mens een leugenaar bevonden,+ zoals er staat geschreven: „Opdat gij rechtvaardig zoudt blijken in uw woorden en overwint wanneer gij wordt geoordeeld.”+