17 Toen bad+ Eli̱sa en zei: „O Jehovah, open alstublieft zijn ogen,+ opdat hij moge zien.” Onmiddellijk opende Jehovah de ogen van de bediende, zodat hij zag; en zie! het bergland was vol vurige paarden en strijdwagens+ rondom Eli̱sa.+
10 Er was een stroom van vuur die vloeide en van voor hem uitging.+ Er waren duizend duizenden die hem bleven dienen,*+ en tienduizend maal tienduizend die vlak voor hem bleven staan.+ Het Gerecht*+ nam plaats, en er waren boeken die geopend werden.
11 En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon en de levende schepselen en de oudere personen, en het aantal van hen was myriaden maal myriaden*+ en duizenden maal duizenden,+