8 En dit huis zelf zal tot puinhopen* worden.+ Iedereen die er voorbijgaat, zal star zijn van ontzetting+ en zal stellig fluiten en zeggen: ’Waarom heeft Jehovah zo met dit land en dit huis gedaan?’+
12 „’Maar gaat nu naar mijn plaats die in Si̱lo was,+ waar ik mijn naam eerst verblijf heb doen houden,+ en ziet wat ik daarmee heb gedaan wegens de slechtheid van mijn volk I̱sraël.+
2 Hij gaf hun ten antwoord: „Ziet GIJ al deze dingen niet? Voorwaar, ik zeg U: Hier zal geenszins een steen op de andere worden gelaten die niet afgebroken zal worden.”+