34 En nu, kom, leid het volk naar de plaats waarvan ik tot u gesproken heb. Zie! Mijn engel zal voor u uit gaan,+ en op de dag waarop ik straf breng, zal ik stellig straf over hen brengen voor hun zonde.”+
34 Wat onze koningen, onze vorsten, onze priesters en onze voorvaders aangaat,+ zij hebben niet naar uw wet gehandeld,+ noch aandacht geschonken aan uw geboden+ of aan uw getuigenissen* waarmee gij tegen hen hebt getuigd.+