9 Dezen zullen de gerechtelijke straf+ van eeuwige vernietiging+ ondergaan, ver van het aangezicht van de Heer en van de heerlijkheid van zijn sterkte,+
16 En zij blijven tot de bergen en tot de rotsen zeggen: „Valt op ons+ en verbergt ons voor het aangezicht van Degene die op de troon zit+ en voor de gramschap van het Lam,+