4 Maar hij gaf ten antwoord: „Er staat geschreven: ’De mens moet niet van brood alleen leven, doch van elke uitspraak die uit Jehovah’s* mond voortkomt.’”+
19 Wanneer zij U echter overleveren, maakt U er dan niet bezorgd over hoe of wat GIJ moet spreken, want wat GIJ moet spreken, zal U op dat uur gegeven worden;+