5 Nu dan, indien GIJ mijn stem strikt zult gehoorzamen*+ en mijn verbond inderdaad zult onderhouden,+ dan zult GIJ stellig uit alle [andere] volken mijn speciale bezit worden,*+ want de gehele aarde behoort mij toe.+
6 Want gij zijt een heilig volk voor Jehovah, uw God.+ Ú heeft Jehovah, uw God, uitgekozen om zijn volk te worden, een speciaal bezit, uit alle volken die op de oppervlakte van de aardbodem zijn.+
53 Want gijzelf hebt hen als uw erfdeel afgezonderd uit alle volken der aarde,+ juist zoals gij door bemiddeling van uw knecht Mo̱zes hebt gesproken,+ toen gij onze voorvaders uit Egy̱pte bracht, o Soevereine Heer Jehovah.”
9 Maar GIJ zijt „een uitverkoren geslacht,* een koninklijke priesterschap, een heilige natie,+ een volk tot een speciaal bezit,+ opdat GIJ alom de voortreffelijkheden* zoudt bekendmaken”+ van degene die U uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht.+