22 Sa̱muël zei hierop: „Heeft Jehovah evenveel behagen in brandoffers+ en slachtoffers als in het gehoorzamen van de stem van Jehovah? Zie! Gehoorzamen+ is beter dan een slachtoffer,+ aandacht schenken [beter] dan het vet+ van rammen; 

6 Want in liefderijke goedheid heb ik behagen geschept,+ en niet in slachtoffer;+ en in de kennis van God* meer dan in volledige brandoffers.+ 

7 Zal Jehovah een welgevallen hebben aan duizenden rammen, aan tienduizenden oliestromen?+ Zal ik mijn eerstgeboren zoon geven voor mijn opstandigheid, de vrucht van mijn buik voor de zonde van mijn ziel?+ 

7 Maar indien GIJ hadt begrepen wat het zeggen wil:* ’Ik wil barmhartigheid+ en geen slachtoffer’,+ zoudt GIJ de onschuldigen niet hebben veroordeeld. 

33 en dit liefhebben van hem met geheel zijn hart en met geheel zijn verstand en met geheel zijn kracht en dit liefhebben van zijn naaste als zichzelf is veel meer waard dan alle volledige brandoffers en slachtoffers.”+