Job 24:15 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 15 Wat het oog van de overspeler betreft,+ het heeft naar de avondschemering uitgezien,+Want hij zegt: ’Geen oog zal mij aanschouwen!’+En op zijn gezicht legt hij een bedekking. Romeinen 13:12 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 12 De nacht is ver gevorderd; de dag+ is nabij gekomen. Laten wij daarom de werken die tot de duisternis behoren, afleggen+ en de wapenen+ van het licht aandoen. Efeziërs 5:11 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 11 en hebt niet langer met [hen] deel+ aan de onvruchtbare werken die tot de duisternis behoren,+ maar wijst [ze] veeleer zelfs terecht,+
15 Wat het oog van de overspeler betreft,+ het heeft naar de avondschemering uitgezien,+Want hij zegt: ’Geen oog zal mij aanschouwen!’+En op zijn gezicht legt hij een bedekking.
12 De nacht is ver gevorderd; de dag+ is nabij gekomen. Laten wij daarom de werken die tot de duisternis behoren, afleggen+ en de wapenen+ van het licht aandoen.
11 en hebt niet langer met [hen] deel+ aan de onvruchtbare werken die tot de duisternis behoren,+ maar wijst [ze] veeleer zelfs terecht,+