10 die tot de zieners hebben gezegd: ’GIJ moet niet zien’, en tot degenen die visioenen hebben: ’GIJ moet voor ons niet schouwen wat recht is.+ Spreekt tot ons vleiende* dingen; schouwt bedrieglijke dingen.+
12„E̱fraïm voedt zich met wind*+ en jaagt de gehele dag de oostenwind na.+ Leugen en gewelddadige plundering vermenigvuldigt hij.+ En een verbond met Assy̱rië sluiten zij,+ en olie wordt er naar Egy̱pte gebracht.