18 En het moet geschieden dat wanneer hij zijn plaats inneemt op de troon van zijn koninkrijk, hij voor zich in een boek een afschrift moet maken van deze wet, van die welke aan de zorg van de priesters, de levieten, is toevertrouwd.*+
28 En heel I̱sraël kreeg de rechterlijke beslissing+ te horen die de koning had bekendgemaakt; en zij werden bevreesd wegens de koning,+ want zij zagen dat de wijsheid+ van God in hem was om rechterlijke beslissingen ten uitvoer te leggen.