36 Ten slotte liet de koning Si̱meï+ roepen en zei tot hem: „Bouw u een huis te Jeru̱zalem, en gij moet daar wonen en moogt daar niet vandaan gaan naar deze en gene plaats.
3 Haast u niet, opdat gij van voor zijn aangezicht kunt weggaan.+ Neem geen stelling in een slechte zaak.+ Want al wat hem behaagt [te doen], zal hij doen,+