10 Toen gaf+ zij de koning honderd twintig talenten goud+ en een zeer grote hoeveelheid balsemolie+ en edelstenen. Nooit meer is er zulk een hoeveelheid balsemolie aangekomen als de koningin van Sche̱ba aan koning Sa̱lomo heeft gegeven.
15 Voorts maakte de koning het zilver en het goud in Jeru̱zalem als de stenen;+ en cederhout maakte hij zo overvloedig als de sycomoorbomen+ die in de Sjefe̱la* zijn.+