3 Ik vorste na met mijn hart door mijn vlees zelfs met wijn op te vrolijken,+ terwijl ik mijn hart met wijsheid leidde,+ ja, om dwaasheid te grijpen, totdat ik kon zien wat voor goeds er voor de mensenzonen was in hetgeen zij onder de hemel deden gedurende het getal van hun levensdagen.+