16 Ik, ja ik, sprak met mijn hart+ en zei: „Zie! Ikzelf ben zeer toegenomen in wijsheid, meer dan al wie zich vóór mij in Jeru̱zalem bevond,+ en mijn eigen hart heeft heel veel wijsheid en kennis gezien.”+
17 Ikzelf heb in mijn hart gezegd:+ „De [ware] God zal zowel de rechtvaardige als de goddeloze oordelen,+ want er is een tijd voor elke aangelegenheid en betreffende elk werk daar.”+