31 Ten slotte legde Sa̱lomo zich neer bij zijn voorvaders. Men begroef hem derhalve in de Stad van Da̱vid, zijn vader;+ en zijn zoon Reha̱beam+ begon in zijn plaats te regeren.+
15 Juist zoals men uit zijn moeders buik is voortgekomen, zal men naakt weer heengaan,+ juist zoals men gekomen is; en men kan volstrekt niets wegdragen+ voor zijn harde werk, dat hij met zijn hand kan meenemen.