29 Hij die de bruid heeft, is de bruidegom.+ De vriend van de bruidegom echter, die erbij staat en hem hoort, heeft grote vreugde om de stem van de bruidegom. Daarom is deze vreugde van mij volkomen geworden.+
9 En er kwam één van de zeven engelen die de zeven schalen hadden, welke vol waren van de zeven laatste plagen,+ en hij sprak met mij en zei: „Kom hier, ik zal u de bruid, de vrouw van het Lam,+ tonen.”