6 Jo̱nathan* dan zei tot de bediende, zijn wapendrager: „Kom toch en laten wij oversteken naar de voorpost van die onbesnedenen.+ Misschien zal Jehovah voor ons werken, want voor Jehovah is er geen beletsel om door velen of door weinigen te redden.”+
19 En nu, o Jehovah, onze God,+ red ons+ alstublieft uit zijn hand, opdat alle koninkrijken van de aarde mogen weten dat gij, o Jehovah, alléén God zijt.”+