10 die van het begin af de afloop vertelt,+ en van oudsher de dingen die niet gedaan zijn;+ die zegt: ’Míȷ́n raad zal tot stand komen+ en al mijn welbehagen zal ik doen’;+
18 want voorwaar, ik zeg U dat hemel en aarde eerder zouden voorbijgaan+ dan dat ook maar één kleinste letter of één deeltje van een letter uit de Wet voorbijgaat en niet alles geschiedt.+