15 totdat over ons de geest wordt uitgestort van omhoog,+ en de wildernis een boomgaard geworden zal zijn en de boomgaard zelf een waar woud wordt geacht.+
13 In plaats van de doornstruik zal de jeneverboom opschieten.+ In plaats van de brandnetel zal de mirteboom opschieten.+ En het moet voor Jehovah iets vermaards* worden,+ een teken tot onbepaalde tijd+ dat niet afgesneden zal worden.”
21 En wat uw volk betreft, zij zullen allen rechtvaardig zijn;+ tot onbepaalde tijd zullen zij het land in bezit houden,+ de spruit van mijn* planting,+ het werk van mijn handen,+ opdat [mij] luister wordt verleend.+