13 Dit nu zijn de namen van de zonen van I̱smaël, volgens hun namen, naar hun familieafkomst: I̱smaëls eerstgeborene Neba̱joth+ en Ke̱dar+ en A̱dbeël en Mi̱bsam+
7 Al de kudden van Ke̱dar+ — ze zullen tot u bijeengebracht worden. De rammen van Neba̱joth+ — ze zullen u dienen.*+ Met goedkeuring zullen ze op mijn altaar komen,+ en aan mijn eigen luisterrijk huis zal ik luister bijzetten.+