Deuteronomium 32:39 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 39 Ziet nu dat ik — ik het ben*+En er zijn geen goden naast mij.+Ik breng ter dood en ik maak levend.*+Ik heb zwaar gewond+ en ik — ik wil genezen,+En er is niemand die uit mijn hand rukt.+ 1 Samuël 2:10 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 10 Wat Jehovah aangaat, wie met hem twisten, zullen worden verschrikt;+Tegen hen* zal hij in de hemelen donderen.+Jehovah zelf zal de einden der aarde oordelen,+Om aan zijn koning sterkte te geven,+Om de hoorn van zijn gezalfde* te verhogen.”+
39 Ziet nu dat ik — ik het ben*+En er zijn geen goden naast mij.+Ik breng ter dood en ik maak levend.*+Ik heb zwaar gewond+ en ik — ik wil genezen,+En er is niemand die uit mijn hand rukt.+
10 Wat Jehovah aangaat, wie met hem twisten, zullen worden verschrikt;+Tegen hen* zal hij in de hemelen donderen.+Jehovah zelf zal de einden der aarde oordelen,+Om aan zijn koning sterkte te geven,+Om de hoorn van zijn gezalfde* te verhogen.”+