10 Ja, vele herders+ hebben mijn wijngaard vernield;+ zij hebben mijn deel vertrapt.+ Zij hebben mijn begeerlijke+ deel veranderd in een wildernis van een verlaten woestenij.
9 Toen begon hij het volk deze illustratie te vertellen: „Een mens plantte een wijngaard+ en verhuurde die aan wijngaardeniers en reisde voor geruime tijd naar het buitenland.+