22 Daarom heeft Jehovah dit tot het huis van Ja̱kob gezegd, hij die A̱braham verloste:+ „Ja̱kob zal nu niet beschaamd staan, noch zal zijn eigen gezicht nu bleek worden;+
26 En GIJ zult stellig eten, eten en verzadigd worden,+ en GIJ zult zeer zeker de naam van Jehovah, UW God, loven,+ die zo wonderbaar met U heeft gehandeld;+ en mijn volk zal tot onbepaalde tijd niet beschaamd staan.+