17 En ik zal moeten afdalen+ en daar met u moeten spreken;+ en ik zal wat van de geest+ die op u is, moeten wegnemen en die op hen moeten leggen, en zij zullen u bij het dragen van de vracht van het volk moeten helpen, opdat gij die niet alléén hoeft te dragen.+
5 ’[Gedenkt] hetgeen* ik met ulieden aangegaan ben* toen GIJ uit Egy̱pte zijt weggetrokken,+ en [toen] mijn geest+ in UW midden stond. Weest niet bevreesd.’”+
6 Bijgevolg antwoordde hij en zei tot mij: „Dit is het woord van Jehovah tot Zerubba̱bel, hetwelk luidt: ’„Niet door een krijgsmacht,*+ noch door kracht,*+ maar door mijn geest”,*+ heeft Jehovah der legerscharen gezegd.