9 En zijn eigen steile rots zal uit louter schrik vergaan, en wegens het signaal*+ moeten zijn vorsten verschrikt worden”, is de uitspraak van Jehovah, wiens licht in Si̱on en wiens oven+ in Jeru̱zalem is.
19 Voor u zal de zon niet meer een licht blijken te zijn bij dag, en wat glans betreft, de maan zelf zal u geen licht meer geven. En Jehovah moet voor u een voor onbepaalde tijd durend licht worden,+ en uw God* uw luister.+
5 Ook zal er geen nacht meer zijn,+ en zij hebben geen lamplicht nodig, noch [hebben zij] zonlicht, want Jehovah* God zal hen verlichten,+ en zij zullen als koningen regeren tot in alle eeuwigheid.+