19 die zeggen: „Zijn werk haaste zich; laat het toch vlug komen,* zodat wij [het] zien; en laat het raadsbesluit van de Heilige I̱sraëls naderen en komen, opdat wij [het] weten!”+
4 en zeggen:+ „Waar is nu de beloofde tegenwoordigheid* van hem?+ Ach wat, van de dag af dat onze voorvaders zijn ontslapen, blijven alle dingen precies zo als sedert het begin der schepping.”+