34 Bovendien maakte farao Ne̱cho E̱ljakim,+ de zoon van Josi̱a, koning in de plaats van zijn vader Josi̱a en veranderde zijn naam in Jo̱jakim; en Jo̱ahaz nam hij mee en bracht hem vervolgens naar Egy̱pte, waar hij ten slotte stierf.+
4 Bovendien maakte de koning+ van Egy̱pte zijn broer E̱ljakim+ koning over Ju̱da en Jeru̱zalem en veranderde zijn naam in Jo̱jakim; maar zijn broer Jo̱ahaz werd door Ne̱cho+ meegenomen en naar Egy̱pte gebracht.+