42 En de Heer zei: „Wie is werkelijk de getrouwe, de beleidvolle+ beheerder,*+ die door zijn meester over diens lichaam van bedienden zal worden aangesteld om hun te rechter tijd hun mate van voedselbenodigdheden te blijven geven?+
17 [Wij,] want wij zijn geen venters van het woord* van God+ zoals vele mensen,+ maar als uit oprechtheid, ja, als door God gezonden, onder het oog van God, in gezelschap van Christus, spreken wij.+