24 In zijn dagen trok Nebukadne̱zar,+ de koning van Ba̱bylon,* op, en zo werd Jo̱jakim zijn knecht,+ drie jaar lang. Maar hij keerde zich om en rebelleerde tegen hem. 

36 Nu geschiedde het in het vierde jaar van Jo̱jakim,+ de zoon van Josi̱a, de koning van Ju̱da, dat dit woord van Jehovah tot Jeremi̱a kwam: 

2 Aangaande Egy̱pte,+ betreffende de krijgsmacht van farao Ne̱cho,* de koning van Egy̱pte,+ die zich aan de rivier de E̱u̱fraat bij Ka̱rkemis+ bevond, die door Nebukadre̱zar, de koning van Ba̱bylon, werd verslagen in het vierde jaar van Jo̱jakim,+ de zoon van Josi̱a, de koning van Ju̱da: 

1 In het derde jaar van het koningschap van Jo̱jakim,+ de koning van Ju̱da, kwam Nebukadne̱zar, de koning van Ba̱bylon,* naar Jeru̱zalem en ging ertoe over het te belegeren.+