Leviticus 26:38 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 38 En GIJ moet onder de natiën vergaan,+ en het land van UW vijanden moet U verslinden. Deuteronomium 30:18 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 18 waarlijk, ik zeg U heden dat GIJ beslist zult vergaan.+ GIJ zult UW dagen niet verlengen op de bodem die gij aan de overkant van de Jorda̱a̱n in bezit gaat nemen.
18 waarlijk, ik zeg U heden dat GIJ beslist zult vergaan.+ GIJ zult UW dagen niet verlengen op de bodem die gij aan de overkant van de Jorda̱a̱n in bezit gaat nemen.