6 En nu heb ikzelf al deze landen gegeven in de hand van Nebukadne̱zar,* de koning van Ba̱bylon,*+ mijn knecht;+ en zelfs de wilde dieren van het veld heb ik hem gegeven, opdat ze hem dienen.+
38 en in wiens hand hij, overal waar de mensenzonen wonen, de dieren van het veld en de gevleugelde schepselen van de hemel heeft gegeven,+ en die hij tot heerser over die alle gemaakt heeft, gijzelf zijt het hoofd van goud.+