33 „Want dit is het verbond+ dat ik na die dagen met het huis van I̱sraël zal sluiten”,+ is de uitspraak van Jehovah. „Ik wil mijn wet in hun binnenste leggen,+ en in hun hart zal ik ze schrijven.*+ En ik wil hun God worden en zíȷ́ zullen mijn volk worden.”+
10 ’Want dit is het verbond dat ik na die dagen met het huis van I̱sraël zal aangaan’, zegt Jehovah.* ’Ik wil mijn wetten in hun verstand leggen, en in hun hart+ zal ik ze schrijven. En ik wil hun God worden,+ en zíȷ́ zullen mijn volk worden.+