27 Ziet, ik blijf wakker ten aanzien van hen tot rampspoed en niet ten goede,+ en alle mannen van Ju̱da die in het land Egy̱pte zijn, zullen stellig aan hun eind komen door het zwaard en door de hongersnood, totdat zij ophouden te bestaan.+
14 En Jehovah bleef wakker ten aanzien van de rampspoed en bracht die ten slotte over ons,+ want Jehovah, onze God, is rechtvaardig in al zijn werken die hij gedaan heeft; en wij hebben zijn stem niet gehoorzaamd.*+