14 En ik wil de gevangenen van mijn volk I̱sraël doen terugkeren,+ en zij zullen werkelijk [de] woest gelegde steden bouwen en [ze] bewonen,+ en wijngaarden planten en de wijn ervan drinken, en tuinen aanleggen en de vrucht ervan eten.’+
10 ’Op die dag’, is de uitspraak van Jehovah der legerscharen, ’zult GIJ elkeen de ander toeroepen, terwijl [GIJ] onder [de] wijnstok en terwijl [GIJ] onder [de] vijgenboom [zit].’”+